Wessel en Anne, beiden arts, hebben één dochter, Fleur. Fleur is lichamelijk en verstandelijk gehandicapt. De teleurstelling dat er ondanks al hun liefde en inzet geen echte band met Fleur ontstaat, drijft Wessel en Anne uit elkaar. Toch zijn het niet alleen de zorgen rond Fleur waardoor hun huwelijk spaak loopt. Als Wessel voor een medisch congres afreist naar Kiev, wordt hij geconfronteerd met een oude schuld: een eerdere pijnlijke gebeurtenis die wel toegedekt maar niet genezen is. Wessel wordt gedwongen zijn huidige levenshouding en zijn keuzes onder de loep te nemen. Tijdens Wessels afwezigheid maakt Anne een periode door van onzekerheid en bange vermoedens. Haar wereld wankelt. Meer dan ooit dringt de kwetsbaarheid van het bestaan zich aan haar op. Vinden Wessel en Anne een aanknopingspunt voor vertrouwen en nieuwe liefde, of is er te veel gebeurd?