In het jaar 2002 bouwde Martijn Aslander een hunebed. En niet zomaar een hunebed, maar het grootste hunebed ter wereld. In zestien dagen tijd, slechts geholpen door palen en touwen en een heleboel helpende handen (sommige projecten zijn letterlijk te zwaar om in je eentje van de grond te krijgen).
Het was natuurlijk een nogal waanzinnig plan. Enigszins naïef misschien ook. En een vlucht uit de realiteit, wellicht. Maar het was veel meer dan dat! Soms realiseer je je pas vele jaren later, in retrospectief, welke functie een bepaalde keuze of stap in je leven heeft gehad. Zeventien jaar na dato beseft Martijn pas ten volle in welke mate de bouw van het hunebed inclusief de hele organisatie eromheen hem heeft gevormd, hoe zijn veerkracht en de mindset waarmee hij tegenslagen als kansen benadert, zich daar hebben ontwikkeld.
In dit boek beschrijft Martijn hoe je liefdevol omgaat met langdurige tegenslag en tegenwerking als je iets onmogelijks voor elkaar wilt krijgen. Het verhaal is op meerdere manieren te lezen, als een spannend jongensboek maar ook als een boek vol waardevolle levenslessen en creatieve oplossingen.