Rima zwijgt. Ze hoort haar eigen stem alleen wanneer ze huilt of schreeuwt omdat ze bang is of pijn heeft. Mensen zeggen dat ze gek is. Maar ze is niet gek. Juist om haar heen is de waanzin losgebarsten.
Als ze op een dag met de bus een checkpoint in Damascus passeert, opent een soldaat het vuur en wordt haar moeder gedood. Zwaargewond wordt Rima naar Ghouta gebracht, een door Assads soldaten belegerde enclave in de buurt van Damascus. Daar, in die hel op aarde, vindt ze papier en een blauwe pen en schrijft Rima haar verhaal.
Door de poëtische manier waarop Rima over de gruwelen van de oorlog schrijft, toont Samar Yazbek ons op uiterst indringende wijze het leed van de Syrische bevolking.