Roel Houwink, Jo van Ammers-Küller of het echtpaar Scharten-Antink: grote literaire namen van voor de oorlog, maar in de oorlog waren ze fout en daarna werden ze uit de Nederlandse letteren ‘gezuiverd’. Hoe waren ze ertoe gekomen zich aan te sluiten bij de Duitse bezetter?
In De achterkant van de bevrijding komt Bertram Mourits tot een nuchtere vaststelling. Lang niet allemaal waren ze volbloed fascisten, de literaire wereld werd bevolkt door gewone mensen die zich zorgen maakten om hun gezin en hun leven, en geen idee hadden wat ze anders zouden kunnen doen dan schrijven. Maar de bevrijding had ook voor veel andere schrijvers een achterkant die vroeg om rekenschap en bezinning.
Nu, een eeuw later, is de zorg om onze beschaving en de angst voor het vreemde teruggekeerd, en zien we hoe extreemrechts daarvan profiteert. Wat kan literatuur ons leren over de fouten uit het verleden, en de gevaren van nu?
Bertram Mourits (1969) is hoofd Collecties van het Literatuurmuseum in Den Haag. Hij promoveerde op de poëzie van de Zestigers en schrijft over literatuur in tijdschriften als De Parelduiker, Poëziekrant en Zacht Lawijd en over popmuziek voor Heaven en NRC Handelsblad. Met Pieter Steinz maakte hij over popmuziek de boekenreeks Luisteren &cetera.